Placeholders kunnen gebruikt worden om benamingen van een installatie eenvoudig aan te passen in de visualisatie, alarmteksten en variabelen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn bij een installatie die op verschillende locaties geplaatst wordt. Daarnaast kunt u hierdoor ook de benaming van alarmteksten en variabelen per installatie afzonderlijk aanpassen.

Placeholders kunt u aanmaken onder Installatietypes en vervolgens kunt u deze per installatie wijzigen. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een placeholder aanmaakt voor een installatietype en hoe u deze placeholders kunt gebruiken in alarmteksten en variabelen.

Klik hier voor meer informatie over het aanpassen van de placeholderbenaming per installatie.

Voorbeeld placeholdergebruik

In het voorbeeld hiernaast ziet u hoe een placeholder in de alarmtekst is geplaatst en hoe deze er vervolgens uitziet op de Meldingenpagina. Voor deze placeholder is onder Installaties ingesteld dat LT01 weergeven moet worden als Drachtstervaart.



Placeholder aanmaken

1. Ga naar Instellingen in de linkermenubalk en klik daaronder op Installatietypes.

2. Open de Instellingen van het installatietype waarvoor u placeholders wilt toevoegen.

3. Klik op het tabblad Eigenschappen.

4. Klik daaronder op het tabblad Placeholders.

5. Klik rechtsboven op Toevoegen.

6. Vul de gewenste gegevens in.

Naam

Dit is de naam van de placeholder. Bijvoorbeeld P01.

Standaardwaarde

Dit is de standaardwaarde van de placeholder. Wanneer de placeholder ergens wordt gebruikt, bijv. in een visualisatie en er is in de Installatie-instellingen niets gewijzigd. Dan wordt de standaardwaarde getoond. Bijvoorbeeld Pomp 1.

Volgorde

Dit geeft aan op welke volgorde de placeholders in de lijst en onder de Installatie-instellingen worden getoond. Hoe lager het volgordenummer hoe hoger de placeholder in de lijst wordt getoond.

7. Klik op Opslaan.

Placeholders gebruiken

In alarmteksten, weergavenaam van variabelen, weergavenaam van profielvariabelen en visualisaties kunnen placeholders gebruikt worden.

Plaats de Naam van een placeholder tussen {accolades}, bijvoorbeeld {P01}.


Op de volgende drie plekken in de Instellingen van een Installatietype kunt u zelf placeholders plaatsen:

Alarmtypes

Tabblad Alarmtypes  → tabblad Alarmtypes → kolom Alarmtekst en Aangepaste alarmtekst

In het voorbeeld hiernaast ziet u hoe de placeholder is geplaatst in de kolom Alarmtekst en hoe dit er vervolgens in de meldingen uitziet.

Variabelen

Tabblad Variabelen → tabblad Variabelen → kolom Weergavenaam

In het voorbeeld hiernaast ziet u hoe de placeholder is geplaatst in de kolom Weergavenaam en hoe dit er vervolgens in de profielvariabelen uitziet.

Analyseprofiel

Variabelen → Analyseprofielen → Analyseprofiel wijzigen → Profielvariabele wijzigen → Weergavenaam

(dit kunt u ook aanpassen via Analyse → Profielinstellingen)

In het voorbeeld hiernaast ziet u hoe de placeholder is geplaatst in de weergavenaam van een profielvariabele van een analyseprofiel. En hoe dit er vervolgens in de legenda van een grafiek uitziet. 

Visualisatie

Placeholders kunnen ook getoond worden in een visualisatie, dit kan bijvoorbeeld handig zijn bij een installatie die op verschillende locaties gebruikt wordt. In het voorbeeld hiernaast kan dan de locatie Drachtstervaart eenvoudig aangepast worden, wanneer de installatie naar een andere plek wordt verplaatst.

Neem contact op met YP Your Partner als u placeholders in uw visualisatie wilt gebruiken.

Placeholderbenaming per installatie wijzigen

Nadat u placeholders aan het installatietype heeft toegevoegd, kunt u de benaming van placeholders per installatie wijzigen. Als u de benaming niet wijzigt voor een installatie, dan wordt de standaardwaarde getoond.


Klik hier voor meer informatie over het aanpassen van de placeholderbenaming per installatie.

Placeholderbenaming wijzigen per installatie

← Vorige | Volgende →